

Figuur 8 om twee tonnen
De hindernis bestaat uit 2 tonnen (of andere dingen zoals bloempotten, voorwerpen van minimaal 1 meter hoogte, etc) die zich bevinden op een bepaalde afstand: Voor de lagere klassen is dit 6 meter, voor de hogere klassen is in sommige landen slechts 3 meter. Deze afstand wordt altijd gemeten vanuit het middelpunt van de ton, dus niet de zijkant.
De nummering geeft aan welke ton het eerste genomen wordt. Staat de nummering bv op de rechterton, dan begint de ruiter met de rechtercirkel.
In sommigen culturen of clubs is het standaard altijd eerst naar rechts en dan naar links. Twijfel je als wedstrijdruiter, vraag het dan aan de pistechef of jury!
De hindernis moet op de volgende wijze worden genomen :
Het paard galoppeert tussen de 2 tonnen en maakt daarna een cirkel rond de ene ton, met de ton als middelpunt. (of indien nodig groter) Op het einde van deze cirkel, wanneer het paard op het tussenliggend punt van de 2 tonnen komt, moet deze van hand veranderen (eenvoudige of vliegende galopwissel) en draait het paard een cirkel om de andere ton. (grootte gelijk aan de eerste cirkel) Op het einde van deze cirkel galoppeert het paard opnieuw tussen de 2 tonnen en verlaat de hindernis.
Waar moet je op letten:
Belangrijk is dat beide cirkels even groot zijn en gelijk van vorm. Een paard met wat minder verzameling mag de cirkels dus wat groter nemen, maar dan moeten deze beide gelijk zijn. De ton hoeft dus in principe niet het middelpunt van de cirkel te zijn, al zal dat wel de meeste punten opleveren.
Het is belangrijk dat de stelling en buiging overeenkomt met de omloop die het paard maakt, en dat deze dus correct wordt omgezet bij het veranderen van richting. Uiteraard wordt op de linkerhand de linkergalop gevraagd en op de rechterhand de rechtergalop.
In de hogere klassen verwacht men een vliegende wissel, in de lagere klasse voldoet een eenvoudige wissel door enkele passen stap of draf. Vraag in dat geval aan de jury wat hij wil zien, stap of draf, want dat soms per jury verschillend.
In de beginnersklasse mag deze hindernis soms ook in draf gereden worden. Er wordt dan doorgezeten en omdat er geen overgang is tussen de twee tonnen, zal de omstelling extra belangrijk zijn.
Speed:
In de speedtrail is enkel de tijd belangrijk. Men mag heel scherp langs de tonnen rijden, maar moet wel de gehele omloop doen. Stelling, buiging en de correcte galop zijn niet langer van toepassing.
Gooit men een ton om, dan kost dit strafseconden, (en soms moet men de hindernis eerst corrigeren voor men verder mag. Dat wil zeggen, afstappen en de ton recht zetten. Het spreekt vanzelf dat dit veel extra tijd kost, wat het risico niet waard is om té scherp te draaien. )
Informeer bij het parcourslopen altijd of er gecorrigeert moet worden of niet, zodat je niet onnodig af moet stappen.
Waar let de jury op:
Bron: Lotje Moerdijk.